Het Duitse merk keert terug naar het modelnaamsysteem dat het tot 2023 gebruikte.
Audi heeft aangekondigd dat het voor zijn voertuigenreeks terugkeert naar de oude naamgevingsstructuur. Daarmee komt een einde aan een kortstondige poging om onderscheid te maken tussen elektrische voertuigen en modellen met verbrandingsmotoren. Het nummeringssysteem is opnieuw gebaseerd op de grootte van het voertuig en niet op het type aandrijflijn. Hierdoor konden klanten gemakkelijker onderscheid maken tussen de verschillende modellen.
Het herziene systeem bevat achtervoegsels om onderscheid te maken tussen aandrijflijnen: TFSI voor benzineauto's, TFSIe voor plug-inhybrides, TDI voor dieselauto's en e-Tron voor elektrische voertuigen. De carrosserievarianten worden nog steeds Sedan, Avant of Sportback genoemd.

De nieuwe generatie A6 is het eerste model dat dit systeem gebruikt. Aanvankelijk was het de bedoeling om de naam te wijzigen naar A7. De versie met verbrandingsmotor zal gelijktijdig met de elektrische A6 e-Tron in première gaan, wat aangeeft dat de aandrijflijnen parallel worden ontwikkeld.
Audi behoudt de A-aanduiding voor personenauto's en de Q voor crossovers en SUV's. De modellen A1 en Q2 worden gevierd. De nieuwe naamgevingsstrategie geldt alleen voor toekomstige modellen en niet voor het bestaande verkoopassortiment, dat de huidige naamgeving behoudt.
Audi's oorspronkelijke plan om uiterlijk in 2033 volledig over te stappen op elektrische voertuigen, heeft het bedrijf aangepast op basis van de marktomstandigheden. Het bedrijf legt nu de nadruk op flexibiliteit en beseft dat de vraag naar voertuigen met verbrandingsmotoren groot genoeg zal blijven om de productie ervan rendabel te maken.
Ook werd het vorige systeem voor de naamgeving met twee cijfers afgeschaft. Dat systeem was gebaseerd op vermogen en was ook voor klanten niet bepaald bevredigend. Het gaf namelijk geen duidelijk beeld van de eigenschappen van de auto.